woensdag 17 november 2021

De winter door


Misschien niet heel spectaculair maar op deze foto zie je de 'mul' die de bijen op de varroaplank onder een kast laten vallen, bij een controle na een week of twee. Onderaan (= achterkant kast) en rechts zie je dat bijen cellen voor honingopslag pal bij de kastwanden hebben open geknaagd om de honingvoorraad verder naar binnen toe te verplaatsen, zodat ze er ook vanuit de wintertros nog bij kunnen als het echt flink koud wordt. Te herkennen aan de gelere kleur van de wasdeeltjes. 

De 4 tot 5 bruingrijze 'straatjes' links bovenaan laten zien dat de bijen zelf nu vooral links van het midden aan de voorkant zitten. In de loop van de winter zullen ze zich van onderen naar boven en van voren naar achteren en weer naar voren verplaatsen, onderweg alle honing oppeuzelend. Als er alleen nog heel korte straatjes met bijenmul te zien zijn, is het opletten geblazen, ze kunnen dan zonder eten komen te zitten. Ik kan dan nog een pak 'Fondabee' met suikerdeeg op de plankopening boven in de kast leggen om bij te voeren. 

Veel voer nemen ze momenteel nog niet op, dat gebeurt pas zodra er na Kerstmis (de 'winterwende') alweer een broednestje wordt opgebouwd. Dat moet op een temperatuur van rond 35 C worden gehouden en dat kost nu eenmaal energie. Waarom de bijen/de koningin op enig moment de beslissing nemen om te gaan broeden is onduidelijk. Regelmatig blijkt dat dit een wilde gok is, ook bijen hebben geen weersvoorspelling voor de langere termijn. Vaak genoeg stopt het volk weer met broeden als er strenge vorst invalt.

dinsdag 19 oktober 2021

Afsluiting in stijl

Afgelopen zaterdag werd het imkerjaar in stijl afgesloten met de plukdag in de zelfplukboomgaard bij het Kloosterwiel in Zaltbommel. De opkomst was boven verwachting, geholpen door het rustige, vriendelijke weer en doordat de lockdowns eerdere bezoeken niet mogelijk maakten. De boomgaard werd compleet leeg geplukt, alleen de boomadoptanten kunnen nu nog bij hun eigen boom terecht. 


Volop volk aan 't Straatje. Links imkercollega Laura Tijssen, hier vooral in haar hoedanigheid als vertegenwoordiger van de Hoogstambrigade Bommelerwaard. Andere 'standwerkers' waren o.a. Ton Rijken uit het Krommerijngebied als pomoloog/verhalenverteller en Rob Reis, tekenaar/hondenliefhebber/levenskunstenaar.

 

zondag 26 september 2021

Vertrokken voor de winter

Vandaag de laatste kastcontroles uitgevoerd voordat de herfst invalt, de kasten gaan vanaf nu in principe voor eind februari niet meer open. In de meeste volken zag ik nog open en gesloten broed en de bijen zelf vliegen ook volop, ongetwijfeld vanwege de mooie nazomer. Ik heb wel bij alle kasten muizenroosters geplaatst, zodat veldmuizen zich geen toegang kunnen verschaffen tot al dat lekkers. Je moet daar nooit te lang mee wachten, anders heb je kans dat je muizen insluit in plaats van buitensluit.

Muizenrooster voor de vliegopening; liever iets te vroeg dan te laat

Uiteindelijk wordt dit nogal wisselende jaar toch nog goed afgesloten met in totaal zes sterke volken op drie bijenstanden. In Neerijnen zijn twee zwakkere volken verenigd tot één sterk volk dat aan de vliegbewegingen te zien nu zijn draai gevonden heeft. Daar staat verder ook het volk dat is uitgegroeid uit de in juni van dit jaar geschepte zwerm. Dat oogt heel vitaal, ik verwacht dat dit volk komend voorjaar flink zal halen.

Er komt trouwens ook nu nog volop stuifmeel binnen, de bijen hebben met dit weer sowieso een flinke actieradius. En er groeit nog van alles, zoals:


Langs de Roozenbogerd bij Oensel staat nog een aardig veld zonnebloemen

De knoppen van deze klimop gaan een dezer dagen open, altijd een welkome dracht aan het eind van het seizoen met hoogwaardig stuifmeel en nectar 

Deze enorme struik staat pal boven de bijenstand in de zelfplukboomgaard bij het Kloosterwiel, hoe dichtbij wil je het hebben 

Eh...ja...hoe heet ie ook al weer

Helemaal voorbij is het seizoen ook weer niet, in mijn beleving is de echte afsluiting altijd pas met de Bommelse Appeldag in de zelfplukboomgaard van Wouter van Teeffelen bij het Kloosterwiel in Zaltbommel. Dit jaar is dat op zaterdag 16 oktober. Ik ben er dan ook, voor die dag houd ik altijd voldoende honing voor verkoop achter de hand. 

Vertrokken voor de winter dus, laat hem maar komen die poolwervel


PS - Akkermelkdistel...

zaterdag 4 september 2021

Darrenslacht

Een week of wat geleden kon ik het fenomeen darrenslacht op de vliegplank van een kast eens goed bekijken. Rond deze tijd treffen de bijen allerlei voorbereidingen om de winter goed door te komen. Darren, de wat grotere mannetjesbijen, zijn nu nutteloos geworden want er vliegen immers geen koninginnen meer om te bevruchten. Dat is de rol van darren: de genetische eigenschappen van het volk verspreiden.

In de winter zouden ze alleen maar meeëten en de werksters zijn daar niet van gediend. Ze worden weggejaagd als ze willen eten, uiteindelijk verzwakken ze van de honger en kunnen ze gemakkelijk de bijenkast uit worden gewerkt. Dat gaat er niet zachtzinnig aan toe. Op de vliegplank kun je dan zien dat soms nog hevig tegenstribbelende darren door meerdere werksters tegelijk naar buiten worden gesleurd en van de rand van de vliegplank gekieperd. Hoe onsentimenteel.

Ik had mijn camera niet bij me maar hieronder ter illustratie een aardig filmpje van imker Eugeen van Hove. Op het midden van de vliegplank zit een hele verzameling verzwakte/versufte darren. Let op hoe hen zo nodig de toegang wordt ontzegd of ze over de rand van de vliegplank worden gewerkt. 



dinsdag 22 juni 2021

Een prachtzwerm


Op 9 juni schepte ik deze prachtzwerm in een heg bij een woonhuis in Kerkdriel, in een mooie puntzakvorm. Zo mooi als hij erbij hing, vrijwel op stahoogte, goed bereikbaar... misschien was ik juist daarom nu wat slordig. Ik vergat om de zwerm eerst met de plantenspuit te besproeien, daar worden ze rustig van, en dus liep ik nu toch een paar steekjes op. Wel kon ik de bijen ter plekke meteen de kast in laten lopen die dezelfde avond nog naar de kasteeltuin in Neerijnen is gebracht.

Afgelopen zondag, 11 dagen later, was het tijd voor een controle van de zwerm. Ik stond weer versteld hoe voortvarend zo'n zwerm aan de gang gaat: ze hadden alle kunstraat uitgebouwd en ik telde al drie raten met gesloten broed. Dat kan alleen binnen 11 dagen als dit de voorzwerm was, met de oude koningin van het oorspronkelijke volk, want alleen een al leggende koningin gaat na zo'n korte onderbreking meteen door met leggen. De nieuwe koningin in nazwermen is nog onbevrucht en zou eerst nog 4 dagen geurloos rondlopen in het volk, dan 4 dagen op bruidsvlucht gaan en eenmaal aan de leg duurt het dan 7 dagen voordat er gesloten broed te zien is.

Zo'n zwerm volgt zijn natuurlijke aandrang en alles valt dan op zijn plek: de zwerm koos zelf instinctief het juiste moment en de beste samenstelling, de dracht en het weer waren ook gunstig en als ik dan als imker ook nog direct zorg voor goede huisvesting gaat zo'n nieuw volk als een speer. Dat moet ook wel want het is alweer bijna juli, voor de winter moet het volk op sterkte zijn en voldoende voorraden honing en stuifmeel hebben binnengehaald.

Morgen ga ik het volkje ruimte geven door er een nieuwe broedbak onder te zetten zodat ze hun bouwdrift verder kunnen uitleven.

Toch nog een bescheiden oogst


 


Dat eindeloos durende koude en natte voorjaar heeft toch nog een bescheiden oogst opgeleverd. In de zelfplukboomgaard bij het Kloosterwiel haalden de bijen relatief goed en konden enkele tientallen potten met honing worden gevuld, met de kenmerkende lichtere kleur van wilgenhoning. In de kasteeltuin van Neerijnen en op Bommels Buiten in Oensel ging het vooralsnog wat minder, ook al doordat enkele volken zwermden. Hier volgen echter nog wel een verlate voorjaarsoogst resp. een zomeroogst.

   


vrijdag 16 april 2021

Kleur in de bijenkast

Het blijft voorlopig nog koud maar de zon wordt sterker en dan vliegen de bijen massaal. Begin april gaat het vooral nog om stuifmeel, waarmee het volk na die lange winter op krachten komt. Stuifmeel is vooral eiwitrijk en geldt als bouwstof, nectar is meer een energierijke brandstof. De onderstaande video is gisteren genomen in de zelfplukboomgaard bij het Kloosterwiel. Als je de video af en toe pauzeert zie je duidelijk de klompjes stuifmeel op de achterpootjes in verschillende kleuren: helgeel voor wilg, oranje voor paardenbloem, zachtgeel voor esdoorn enz.



Hoe meer kleuren hoe beter natuurlijk, dat is de befaamde diversiteit waarvoor nu steeds meer aandacht is. Stuifmeel bestaat in allerlei kleuren en soorten, hieronder zie je een door imkers veelgebruikte stuifmeelkleurenwaaier.



Maar de vorm van stuifmeel is ook bijzonder. Er wordt veel onderzoek gedaan naar stuifmeel, ook al omdat dit vaak een rol kan spelen in forensisch onderzoek of om de leeftijd van aardlagen vast te stellen, want stuifmeel blijft in de bodem goed bewaard. Hieronder een foto van stuifmeelkorrels van verschillende planten, gemaakt met een rasterelektronenmicroscoop  (bron Wikipedia/stuifmeel).




dinsdag 9 februari 2021

Brrr... wat is het koud




Nu is het toch veel te koud voor de bijen, zou je zeggen. Ze kunnen zich echter moeiteloos (nou ja...) handhaven bij zulke lage temperaturen, ook minus 40 C hoeft geen probleem te zijn. De honingbij dankt zijn evolutionaire succes juist aan zijn fantastische aanpassingsvermogen.

Ook in de kast zelf heerst nu ongeveer de buitentemperatuur maar de bijen kruipen dicht opeen in een bolvormige wintertros, ongeveer zoals pinguïns doen op de noordpool. Deze tros heeft een buitenmantel van roulerende, extra dicht opeengepakte bijen, alle met de kopjes naar het midden. Ze kruipen in de cellen van de raten en zitten dicht tegen elkaar samengepakt in de ruimten ertussen. Zo vormen ze een effectieve isolatiedeken die warmteverlies tegengaat.

Binnen die mantel moeten de bijen enige ruimte hebben om honing op te nemen, met hun vleugels lucht te circuleren en het eventueel al aanwezige broed te verzorgen. Het maakt wel verschil of er al een broednestje is of niet. Zo ja dan moet de nesttemperatuur op ca. 36 C gehouden worden, en anders kan de temperatuur in de tros naar beneden tot soms het uiterste minimum van ca. 18 C. Heel handig is het dus niet als een koningin zo vroeg al aan de leg is gegaan, veel imkers zien dit dan ook liever niet.



De situatie in de bijenkast bij een buitentemperatuur van min 21 C. De lijnen of isothermen geven de temperatuurverschillen aan, onderin bij de vliegopening ook -21 C en bovenin de kast in het broednest maar liefst +32 C, een verschil dus van 53 C. De buitenmantel is donkergrijs weergegeven, deze ligt tussen de +7 C en + 16 C isothermen. De gekleurde pijlen geven aan hoe het warmteverlies optreedt: rood voor geleiding, groen voor luchtstroom, blauw voor verdamping en oranje voor warmtestraling. De dikste pijl is rood en zit midden/boven, vlak eronder zit het broednest.

Hoe efficiënt ook, enig warmteverlies is er altijd dus moet er ter compensatie ook warmte worden gegenereerd. Dat doen de bijen binnen in de mantel door hun vleugelspieren razendsnel te bewegen, waarbij de vleugels zelf onbeweeglijk stil staan, iets wat ze ook gewend zijn om broed te verwarmen. De temperatuur van het borststuk kan dan oplopen tot ca. 40 C.

De keerzijde van het verhaal is dat er in een hete zomer juist warmte (en kooldioxide) moet worden afgevoerd. De kritische temperatuur is ook in dat geval weer die van het broednest: +36 C. De eerste maatregel is dat bijen buiten de kast blijven zodat hun eigen lichaamswarmte het niet nog erger maakt, je ziet ze dan buiten op de kastwanden zitten of in een flinke 'baard' aan de vliegplank hangen. 

In de volgende stap vormen met hun vleugels waaierende bijen in de kast lange kettingen waarlangs de warme lucht richting de vliegopening wordt afgevoerd. Ook op de vliegplank zelf zie je ze dan nog waaieren. De snelheid van zo'n luchtstroom kan wel ca. 10 km/uur zijn. Als ook dat nog niet voldoende is wordt er actief warmte onttrokken door water te verdampen. Haalbijen worden dan ingeschakeld als waterdragers die soms wel een kilometer vliegen om hun tanks (de honingblaas) met water te vullen, dat in de kast door waaierende bijen wordt verdampt.

Ook in de winter is er water nodig, bijv. voor broedverzorging en om opgeslagen honing te verdunnen. Vaak volstaat dan het condenswater dat de bijen zelf produceren en dat in kleine druppeltjes neerslaat tegen de dakplank of de kastwanden. Imkers zullen dit soms bevorderen door plastic folie onder de dakplank te leggen, zodat alle condens de bijen ten goede komt.

(Bron: The Lives Of Bees, Thomas D. Seeley, 2019)